Haar hand had het knopje van de bel nog niet bereikt, toen ik de deur al met een sierlijke zwaai opende. Eén woord uit de voorgaande zin is niet geheel waarheidsgetrouw, maar ik verklap niet welke.
In één hand hield ik mijn mobiel vast, hetgeen geen gewoonte van mij is; eigenlijk vind ik het zelfs onbeleefd als iemand dat doet bij binnenkomst of aanwezigheid van bezoek.
Toen ze de huiskamer binnenstapte kon ze muziek horen, voor ons doen op een vrij luid niveau.
‘Ik ben aan het experimenteren.’, legde ik de situatie uit, daarmee zowel doelend op de telefoon in mijn hand als de muziek.
‘Aan het experimenteren? Wat dan?’, vroeg ze.
Geduldig legde ik uit dat wij in het bezit zijn van een kleine bluetooth speaker, maar dat ik iets had bedacht waarmee het geluid een stuk beter klonk.
‘Vind je het geluid niet goed klinken voor zo’n klein speakertje?’, vroeg ik belangstellend naar haar mening, onderwijl het geluidsniveau nog enigszins verhogend.
Ze keek in de richting van het speakertje dat op de tafel stond, ondertussen keek ze mij ietwat wantrouwend aan, maar uiteindelijk sprak ze wel enigermate weifelend uit dat het inderdaad goed klonk.
Ze deed een stap in de richting van de tafel en ik bespeurde twijfel in haar ogen.
‘Ik heb een visdraadje om de speaker gespannen, waardoor het gaat resoneren en zo het geluid versterkt.’, verklaarde ik.
‘Een visdraadje?’, klonk het verbaasd.
‘Een visdraadje.’ Nogmaals zette ik de muziek wat harder. ‘Het vervormd ook niet hè!’, zei ik trots.
Ze keek me aan, knikte, stapte wederom richting de tafel en bukte om de speaker wat beter te bekijken: ‘Hoe een visdraadje?’
‘Eromheen gespannen.’
‘Je lult.’
Plots ontwaarde ze iets dat achter de tafel stond, tot op dat moment aan haar gezichtsveld onttrokken.
‘Mijn verjaardagscadeau.’, verklapte ik, alhoewel ik er pas ruim een week later weer een jaartje bij zou mogen tellen. Waarom zou ik wachten tot de grote dag, als we vanwege de coronamaatregelen toch geen visite mogen ontvangen? Alhoewel, op dit moment zou dat toch nog één persoon meer zijn dan het aantal vrienden dat ik pretendeer te hebben.
Achter de tafel stond een gloednieuwe bluetooth speaker, die enkele maatjes groter is dan het speakertje waar ik in eerste instantie naar verwees. Je kan er ook nog eens een soort discoverlichting in aanzetten, maar daar zie ik de toegevoegde waarde niet zo heel veel van in; misschien als ik flink in de olie ben.
‘Hoe kom je nou op een visdraadje!’, kreeg ik te horen, waarna ze zich wendde tot mijn vrouw: ‘Dat verzin je toch niet?’
‘Hij wel.’, luidde het in mijn ogen tamelijk korte antwoord, waarbij ik me afvroeg of het al dan niet als compliment zou zijn bedoeld. Nou ja, het antwoord weet ik diep in mijn hard wel hoor….