Het was al lang donker buiten toen ik gisteravond na het hardlopen bij thuiskomst de auto voor ons huis parkeerde. Daar ik geen huissleutel bij me had, stond ik op het punt om aan te bellen, maar omdat ik het ineens iets lichter in de donkere gang zag worden deed ik dat niet.
We hebben een verticaal, smal maar hoog raampje in de voordeur, dat bijna geheel van matglas – nou ja, plakplastic – is voorzien, op twee schuin lopende smalle stroken gewoon glas na. Ik keek door die stroken en zag mijn zoon de gang in lopen, met zijn mobieltje aan zijn oor.
In de veronderstelling dat ik bij thuiskomst al was gesignaleerd en hij op weg zou zijn om de deur voor mij te openen, zag ik dat hij plotsklaps stokstijf bleef staan en zijn ogen wagenwijd opensperde. Hij keek me recht aan, maar in plaats van naar de deur te lopen, deinsde hij achteruit onder het slaken van enkele niet nader te noemen woorden, die ik al staande voor de deur overigens niet kon horen.
Het leek me een goed idee om toch maar even op de bel te drukken en warempel, daar verscheen mijn zoon wederom ten tonele. Na het openen van de deur werd het me duidelijk dat ik helemaal niet was gesignaleerd en dat hij zich, zojuist in gesprek met zijn vriendin, helemaal wild was geschrokken van de door de spleetjes starende ogen en de schaduw van een hoofd achter het raampje.
Mijn vrouw en dochter lagen dubbel in de woonkamer en verklaarden dat de woorden die waren uitgesproken inderdaad geen lieve woordjes aan het adres van zijn vriendin waren geweest, maar woorden van een geheel andere strekking naar aanleiding van de halve hartverzakking die ik onbedoeld bij hem had veroorzaakt.
Ahhh haha, nou ik kan me best voorstellen dat hij zich rot schrok!
Nou zeg, van zijn bloedeigen vader nog wel? ;-)
Hihihi ja maar dat wist hij toch niet ;-) !